{settings.product}

Het radioactief afval van een kerncentrale

Van belang is hoeveel radioactief afval een kerncentrale jaarlijks produceert. De onderstaande hoeveelheden hebben betrekking op een kerncentrale van 1000 MWe. De kerncentrale Borssele is half zo groot en produceert dus ongeveer de helft van de onderstaande hoeveelheid. Een moderne kernreactor van 1500 MWe dus ongeveer anderhalf maal zoveel. Die kerncentrale van 1000 MWe genereert jaarlijks 200 tot 300 m3 laag en middelactief afval. Dat is vooral afkomstig van overschoenen, beschermende kleding, glaswerk van het laboratorium, defecte apparatuur, stoffen uit de ionenwisselaars en dergelijke. Na reductie van het volume resteert ongeveer 4 m3, waarbij het volume van de betonnen vaten niet is meegeteld. Voorts is er jaarlijks ongeveer 20 m3 ofwel 25 ton aan uitgeputte splijtstof in de vorm van UO2, waarbij de buizen en de uiteinden van de splijtstofelementen niet zijn meegerekend. De eigenaar van de kerncentrale heeft een besluit genomen over de verwerking van de uitgeputte splijtstofelementen. Dat is of in hun geheel afschrijven, waarbij de splijtstofelementen het langlevend radioactief afval vormen, of opwerken, waarbij het nog bruikbare uranium en plutonium terug de splijtstofcyclus in gaat. De beide mogelijkheden heten de open respectievelijk de gesloten splijtstofcyclus.

In de open splijtstofcyclus gaan de uiteinden van de splijtstofelementen er af. De bundel opeengepakte splijtstofstaven krijgt eerst een gietijzeren en daarna een koperen omhulling. Die bundel gaat vervolgens de eindberging in. Tussen het boorgat in de galerij van de ondergrondse mijn en de bundel komt nog een laag bentoniet, een speciaal soort klei, dat metalen vasthoudt. Het volume van dit geconditioneerde langlevende afval is jaarlijks ongeveer 75 m3.

In de gesloten cyclus mengt het opwerkingsbedrijf het langlevende afval, dat na opwerken is overgebleven, met een bepaald soort gesmolten glas. Na afkoelen zit het afval dan opgelost in heel stabiele massief glazen cilinders, die nog wel warmte produceren. Daarom vindt koeling plaats in de interimfaciliteit, zoals HABOG, waarin ze in opslag gaan. Als de warmteproductie ver genoeg is afgenomen, is transport naar een eindberging mogelijk. Het volume van dat verglaasde afval is ongeveer 3 m3 per jaar. Voor de kerncentrale Borssele dus ongeveer de helft.

Naast het radioactieve afval, dat een kerncentrale jaarlijks produceert, zijn er nog twee afvalstromen, die in de splijtstofcyclus ontstaan.

De eerste afvalstroom is bij de uraniummijn. Voor de splijtstof van een kerncentrale van 1000 MWe ontstaat daar jaarlijks ongeveer 10 000 ton aan gruis, dat resteert nadat het natuurlijk uranium er uit is geloogd. Het afval is natuurlijk materiaal, maar omdat er nog ongeveer 5% van de aanvankelijke hoeveelheid uranium in zit, is het licht radioactief. De overheid, die de concessie voor de mijn verleende, ziet er op toe, dat het mijnbouwbedrijf het gebied netjes achter laat door het gruis af te dekken, als hij zijn activiteit beëindigt.

De tweede afvalstroom is die van het verarmde uranium, dat na het verrijken over blijft. Dat is voor onze centrale ongeveer 200 ton per jaar. Voor de kerncentrale Borssele is dat dus de helft. Een verrijkingsbedrijf, zoals Urenco, is feitelijk een dienstverlener en is geen eigenaar van het uranium, dat het bedrijf verwerkt. Dus ook niet van die verarmde fractie. Dat is de eigenaar van de kerncentrale. De praktijk is om die verarmde fractie UF6 om te zetten naar UO2 en in een interimfaciliteit, zoals die van COVRA, op te slaan.

Nieuws
De regering omarmt Rathenaus adviesrapport over eindberging radioactief afval
maandag 07 oktober 2024

De regering omarmt Rathenaus adviesrapport over eindberging radioactief afval

De vorige regering vroeg het Rathenau instituut om advies over de eindberging van het radioactief afval. Onlangs heeft s...
Lees verder
Het Statusrapport Kernenergie 2024 is uit
maandag 30 september 2024

Het Statusrapport Kernenergie 2024 is uit

De titel van het statusrapport kernenergie 2024 is “World Nuclear Performance Report 2024”. Het is opgesteld door de...
Lees verder