{settings.product}

Tsjechische regering zet Dukovany-5 op de rails

februari 2020 -

De Tsjechische regering sloot voor de bouw van een vijfde eenheid bij de bestaande kerncentrale in Dukovany een overeenkomst met elektriciteitsbedrijf ČEZ. In de overeenkomst is onder andere de financiële en wetenschappelijke ondersteuning vanuit de overheid geregeld. Details van de overeenkomst zijn nog niet bekendgemaakt. Het is een eerste stap in de uitvoering van het energiebeleid om een viertal kerncentrales te bouwen op de bestaande vestigingsplaatsen Temelin en Dukovany. De regering wil de kolencentrales sluiten om de CO2-emissie te verlagen, maar tegelijkertijd op het gebied van de elektriciteitsproductie zelfvoorzienend blijven. Het beleid is ingegeven door de zorgen over klimaatverandering. Dukovany en Temelin liggen beide in het zuiden van Tsjechië op ongeveer 50 km van de grens met Oostenrijk.

De Tsjechische overheid bezit 70% van de aandelen van elektriciteitsbedrijf ČEZ, dat verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering van de kerncentrales in het land. De kerncentrale Temelin heeft twee Russische drukwaterreactoren van het type VVER (1000 MWe), die sinds 2003 in bedrijf zijn.  De overige vier VVERs (440 MWe) staan in Dukovany  en draaien sinds 1987. Het energiebeleid is er op gericht om de levensduur van de reactoren in Dukovany te verlengen tot 60 jaar. Met zijn kerncentrales voorziet Tsjechië in een derde deel van zijn elektriciteitsbehoefte.

Een vijftal reactorleveranciers toonde interesse in de Tsjechische bouwplannen. Dat zijn: China General Nuclear, EdF uit Frankrijk, Korea Hydro & Nuclear Power, Rosatom uit Rusland en Westinghouse uit VS. De planning is om in 2021 offertes te hebben, om in 2022 een keuze te maken, om in 2029 met de bouw te beginnen en om in 2036 de kerncentrale op te starten.

Opmerkelijk is, dat ČEZ begin februari 2020 een Memorandum van Overeenstemming met General Electric Hitachi Nuclear Energy (GEH) tekende, teneinde de economische en technische haalbaarheid te onderzoeken van de bouw van een BWRX-300. Dat is de kleine modulaire kokendwaterreactor, die in ontwikkeling is in de VS en die, net als indertijd Dodewaard, gebruik maakt van natuurlijke circulatie om de reactorkern te koelen. Het ontwerp is in vergelijking met zijn grote broer, de in VS vergunde ESBWR °), sterk vereenvoudigd en is gebaseerd op vooral passieve veiligheidssystemen. Het is de tiende generatie kokendwaterreactor van General Electric. Dodewaard was van de eerste generatie. GEH streeft er bij de ontwikkeling van de BWRX-300 naar, dat de elektriciteitsprijs gelijk is aan die van een gascentrale. GEH startte eind december 2019 het proces, dat uiteindelijk moet leiden tot een vergunning voor BWRX-300 in de VS. Sinds mei 2019 beoordeelt de Canadese vergunningverlener het ontwerp van de BWRX-300.

Elektriciteitsbedrijven in Estland en Polen tekenden al eerder een Memorandum van Overeenstemming met GEH over de ontwikkeling van BWRX-300. Tsjechië bezit maakindustrie, die zich al langer bezighoudt met de ontwikkeling van een SMR, de kleine modulaire kernreactor.

Meer informatie:
https://www.nsenergybusiness.com/news/ge-hitachi-mou-cez/ en
https://www.cez.cz/en/power-plants-and-environment/nuclear-power-plants/dukovany.html

°) ESBWR: Economic Simplified Boiling Water Reactor (1520 MWe)

Terug naar het nieuwsoverzicht