{settings.product}

Splijtstof uit Tsjernobyl verwijderd

juni 2016 -

De laatste beschadigde splijtstofstaaf uit de eenheden-1, 2 en 3 van de kerncentrale in Tsjernobyl is in de eerste week van juni verwijderd uit het koelbassin van eenheid-1 en overgebracht naar de tijdelijke opslag ISF1. Het hoofdproject waaraan nu wordt gebouwd, is de tijdelijke bovengrondse opslag voor verbruikte splijtstof (ISF2) waar het radioactieve afval voor minimaal 100 jaar kan worden opgeslagen. Naar verwachting is deze faciliteit voor 2017 gereed.

Op 26 april 1986 vond het ergste nucleaire ongeluk in de geschiedenis plaats toen eenheid-4 van de kerncentrale in Tsjernobyl in brand vloog als gevolg van een mislukt experiment. De drie andere reactoreenheden waren van groot belang voor de stroomvoorziening en bleven nog een aantal jaren in bedrijf. Eenheid-2 ging in 1991 dicht, eenheid-1 in 1996 en eenheid-3 in 2000. De centrale ging vorig jaar april officieel de ontmantelingsfase in na goedkeuring van de SNRC. De eerste fase betreft de zogenaamde definitieve afschakeling en veilige insluiting die naar verwachting tien jaar gaat duren.

Het verwijderen van de laatste beschadigde splijtstof betekent dat de status van de twee eenheden nu is veranderd en dat ze niet langer zijn geclassificeerd als nucleaire installaties. Wanneer toestemming van de toezichthouder is ontvangen, zal hun status formeel een faciliteit voor het beheer van afgewerkte splijtstof of radioactief afval zijn, zoals ook nu het geval is met eenheid-3. Deze nieuwe status maakt het mogelijk om het werk met betrekking tot het demonteren van apparatuur en de ontmanteling sneller uit te voeren. Het opvoeren van het werktempo zal helpen om de uitvoeringskosten te verlagen en daarmee ook de ‘last’ te verminderen op het overheidsbudget, waar het geld voor een deel vandaan komt.

Op 25 april, een dag voor de datum waarop het ongeluk dertig jaar geleden plaatsvond, beloofde de Europese Commissie (EC) de Nuclear Safety Account het grootste deel van de 45 miljoen euro te financieren dat door de G7 en de EC wordt bijgedragen tezamen met reeds bestaande ondersteuning. Deze financiering draagt in het bijzonder bij aan de veilige ontmanteling van de eenheden 1 en 3. De Nuclear Safety Account, geleid door de European Bank for Reconstruction and Development, financiert de bouw van een opslagfaciliteit voor verbruikte splijtstof. Het hoofdproject dat nu wordt ondersteund, is de bouw van de tijdelijke opslag voor verbruikte splijtstof (ISF2). Naar verwachting is deze voor 2017 gereed. De ISF2 zal worden uitgerust voor de verwerking en opslag van de verbruikte splijtstof uit de eenheden-1, 2 en 3 als onderdeel van de ontmanteling van de centrale. De State Specialised Enterprise Chernobyl Nuclear Power Plant (SSE ChNPP), het staatsbedrijf dat verantwoordelijk is voor het beheer van de locatie, kondigde eerder aan dat de eerste tien dubbelwandige canisters voor de ISF2 op de site zijn afgeleverd. ISF2 werd gebouwd onder een contract dat Oekraïne in 2007 ondertekende met het Amerikaanse Holtec International. In de ISF2 kan alle verbruikte splijtstof voor minimaal 100 jaar in opslag worden genomen. De bijdrage komt bij het deel waarin al is voorzien voor de bouw van de New Safe Confinement (the Shelter). De Shelter die in 2017 gereed zal zijn, zal voorkomen dat radioactiviteit vrijkomt. Hij draagt bij aan het veilig en stabiel te maken van de locatie. Dat is ook belangrijk voor de landen die direct aan Oekraïne grenzen. De EU is de hoofddonor van het project met een bijdrage van 430 miljoen euro.

Bron: World Nuclear News - http://bit.ly/1RWZHx2

 

 

Terug naar het nieuwsoverzicht